Bibliotheek

Korte omschrijving van Shie'ah

858 keer gelezen

Korte omschrijving van Shie'ah

De Shie’ah waren degenen die partij kozen voor ‘Aliy (moge Allah tevreden met hem zijn) in het bijzonder, en voor hem het recht claimden om imaam en khalief te zijn. Zij geloofden dat de imaam of leider alleen van zijn afstammelingen kan zijn. Ook zij splitsten zich op in vele sekten. Zie as-Shahristaanie, al-Milal wa an-Nih’al, vol. 1, p. 146-191. [Shie’ah: vaak gespeld als Sji’a of sji'ieten. De naam Shie’ah komt van het Arabische Shie’at ‘Aliy = de Partij van ‘Aliy (ibn Abie Taalib) (moge Allah tevreden met hem zijn). Het is een verzamelnaam voor een grote groep verschillende sekten, die als gemeenschappelijk uitgangspunt de opvatting hebben dat ‘Aliy (moge Allah tevreden met hem zijn) en zijn nakomelingen de rechtmatige opvolgers van de profeet Moh’ammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) als leiders (imaam) van de gemeenschap der moslims waren. Zij erkennen het khalifaat van Aboe Bakr, ‘Oemar en ‘Oethmaan (moge Allah tevreden met hen zijn) niet. Aan het begin van het bewind van Yazied ibn Moe’aawiyyah, kwam H’oesayn (moge Allah tevreden met hem zijn), zoon van de vierde khalief ‘Aliy ibn Abie Taalib (moge Allah tevreden met hem zijn), in opstand tegen zijn leiderschap. De volgelingen van ‘Aliy ibn Abie Taalib (moge Allah tevreden met hem zijn) in Irak, hadden H’oesayn (moge Allah tevreden met hem zijn) naar Irak uitgenodigd om de opstand te leiden, maar later lieten zij hem in de steek en veroorzaakten zijn dood door de handen van Yazied’s soldaten bij Karbala (680 n.C.). (Dit is de reden waarom sommige sji'ieten zichzelf eens per jaar verwonden, als een boetedoening voor deze tragische gebeurtenis. Dit is absoluut geen praktijk die plaats heeft in de Islaam!) Gekweld door pijn weken vele van degenen die zich beschouwden als volgelingen van ‘Aliy, af van de hoofdstroom van de Islaam. Zij werden buitensporig in het uiten van hun liefde voor ‘Aliy (moge Allah tevreden met hem zijn) en hun haat tegenover allen die hem bestreden. Zij verklaarden de eerste drie khaliefen, Aboe Bakr, ‘Oemar ibn al-Khattaab en ‘Oethmaan ibn ‘Affaan (moge Allah tevreden met hen zijn), (eerst als overweldigers en vervolgens) als kaafirien (ongelovigen) die het khalifaat (de functie van imaam - leider) van ‘Aliy (moge Allah tevreden met hem zijn) hadden gestolen. Alle sah’aabah (moge Allah tevreden met hen zijn) werden afvallig verklaard door hun goedkeuring van het khalifaat van de eerste drie khaliefen, en alleen Salmaan al-Faarisie, Aboe Dzarr al-Ghifaarie en Miqdaad ibn al-Aswad al-Kindie (moge Allah tevreden met hen zijn) (sommige overleveringen geven meer namen) werden deze ernstige beschuldiging bespaard, vanwege hun vermeende steun aan de rechten van ‘Aliy (moge Allah tevreden met hem zijn) op het khalifaat na de dood van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem). Zij beweerden ook dat alleen bepaalde bloedverwanten van de profeet Moh’ammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) via zijn neef ‘Aliy (moge Allah tevreden met hem zijn) en zijn vrouw en dochter van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem), Faatimah (moge Allah tevreden met haar zijn), het recht hadden om de leider (imaam) van alle moslims te zijn. Zij gingen zelfs zo ver om aan deze afstammelingen, die zij de titel imaam gaven, sommige van God’s unieke Eigenschappen toe te kennen en zij verheven hen boven de profeten van God. Maar bij de benoeming van elke nieuwe imaam, ontstonden er nieuwe sji'itische sekten onder de volgelingen die ontevreden waren en de keuze verwierpen. Historisch gezien waren er vele sji'itische sekten met ontelbare geloofsovertuigingen, en we dienen op te merken dat de meeste ketterse sekten die zich van de Islaam afsplitsten, hun oorsprongen hadden in de een of de andere van de sji'itische sekten. Bijvoorbeeld, de Noesayrie sekte gesticht door Moh’ammed ibn Noesayr die in het jaar 855 n.C. beweerde dat ‘Aliy een manifestatie was van God (deze sekte is ook bekend als de Alawieten of Alevieten: de heersende stam van Syrië en de president van dit land, Hafiz Asad, behoren hier toe); de Druzen (of Droezen) sekte gesticht door Moh’ammed ibn Ismaa’iel ad-Doerzie, die beweerde dat de sji'itische khalief van Egypte (behorende tot de Faatimiden), al-H’aakim bi Amrillah (966-1021 n.C.), de laatste manifestatie van God in menselijke vorm was; en de Bahaai sekte gesticht door ‘Aliy Moh’ammed Ridhaa (de Baab) die het profeetschap opeiste, en zijn discipel H’oesayn ‘Aliy (Bahaa-oellaah) die beweerde dat hij de verwachte Christus was en dat Allah in hem gemanifesteerd was. Verheven is Allah (de Verhevene) boven wat zij Hem allemaal toeschrijven. De meest verbreide sji’itische groepen zijn: (1) de Twaalvers (Arab.: ithna ‘ashariyyah) of Imamieten. Zij erkennen een opeenvolgende lijn van twaalf imaams. Zij geloven dat de twaalfde imaam verdwenen is en als Mahdi zal terugkeren. In de 16de eeuw werd het twaalver Sji’isme in Perzië (Iran) tot staatsgodsdienst verheven. Door de islamitische revolutie van 1979 kwam de macht in Iran in handen van Twaalver-sji’itische geleerden onder leiding van Ayatollah Chomeiny. Twaalver-sji’ieten treft men ook aan in Irak, Libanon, Turkije (waar ze alevieten genoemd worden), India en Pakistan; (2) de Ismaa’ielieten of Zeveners, die als opvolger van de zesde imaam Dja’far as-Saadiq, diens eerder gestorven zoon Ismaa’iel als zevende imaam erkennen. De Ismaa’ielieten zijn later opgesplitst in talrijke ondergroepen: Nizari’s of Assassijnen (Arab.: hasjisjin = zij die zich met hasjisj bedwelmen), Chodja’s (of Khodja’s), Bohora’s, Druzen (of Droezen, volk in Libanon, Syrië en Noord-Palestina. Hun religie, voortkomend uit de extreem Ismaa’ielitische Shie’ah, kent onder andere het geloof in zielsverhuizing (of reïncarnatie, de leer van de wedergeboorte van de menselijke ziel na de dood in een andere lichamelijke bestaanswijze, zodat weinig van de oorspronkelijke Islaam is bewaard) en Noesairi’s (of Alawieten of Alevieten). De vroegere naam gaat terug op de eerste theoloog van de sekte; Moh’ammed ibn Noesayr Namirie ‘Abdie (gestorven rond 900 n.C.). De Alawieten geloven dat de sji’itische imaams goddelijk zijn en periodiek naar de aarde afdalen om de gelovigen te verlossen. Hun religie is geheim en alleen bekend bij ingewijden. Het lijkt op een mix van extreme Shie’ah (Ghulat), vroegere afgoderij, gnosticisme of gnostiek en christelijke elementen. Terwijl de meeste Shie’ah-groepen ‘Aliy (moge Allah tevreden met hem zijn) en zijn familie vereren, gaan de Ghulat nog verder dan verering, en beschouwen ‘Aliy (moge Allah tevreden met hem zijn) als de absolute manifestatie van God. Tegenwoordig treft men Ismaa’ielieten aan in India, Centraal Azië, Iran, Syrië, Jemen en Oost-Afrika; (3) de Zaydieten, die Zayd ibn ‘Aliy ibn H’oesayn als vijfde imaam erkennen. Hun leer heeft de minste specifieke sji’itische trekken. Zij geloven niet in de verborgenheid en terugkeer van een imaam. Iedere meerderjarige mannelijke afstammeling van al-H’asan (moge Allah tevreden met hem zijn) of H’oesayn (moge Allah tevreden met hem zijn) kan volgens hen imaam worden, mits hij de intellectuele eigenschappen daarvoor bezit en het imamaat (leiderschap) door strijd verkrijgt en behoudt. In Jemen was van 901 tot 1970 een Zayditische dynastie aan de macht. 


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN