Bibliotheek

Alle lof zij Allah, de Heer der werelden. Allah’s zegeningen en vrede zij met de profeet Moh’ammed, zijn familie en metgezellen en iedereen die hun voetstappen volgt tot aan de Laatste Dag.

Ontspanning heeft een positieve invloed op het menselijk wezen,waaronder het bevredigen van lichamelijke, maatschappelijke, wetenschappelijke en intellectuele behoeften. 

Daarnaast is het een aanleiding tot het ontdekken van goede manieren. 

Ontspanning leidt ook tot het leggen van sterke banden tussen degenen die meedoen aan de ontspanning. 

Het is algemeen bekend dat ontspanning ervoor zorgt dat men weer met een sterke wil en productiviteit teruggaat naar zijn werk. At-Tarwieh’ ‘anie nefs 29-31.

Geestelijke ontspanning is verreisd voor het lichaam; er is overgeleverd in het verhaal van H’andhzalah dat hij zei: “Aboe Bakr (moge Allah tevreden met hem zijn) kwam mij tegen en zei: “Hoe gaat het met je, o H’andhzalah?” Ik zei: H’andhzalah heeft schijnheiligheid begaan! Hij zei: “Soebh’aana Llaah! Wat zeg je?” Ik zei: als we bij de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zijn en hij herinnert ons aan het Hellevuur en het Paradijs, dan lijkt het erop dat wij het duidelijk met onze eigen ogen zien en als wij weggaan bij de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) dan gaan wij met onze echtgenotes om en spelen wij met hen en met onze kinderen en houden wij ons bezig met onze verdiensten waardoor we alles vergeten. 

Aboe Bakr zei: “Bij Allah, ik onderga ook hetzelfde.” Ik ging samen met Aboe Bakr (moge Allah tevreden met hem zijn) totdat wij binnenkwamen bij de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem), en ik zei: H’andhzalah heeft schijnheiligheid begaan! 

De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Hoezo dat?” Ik zei: o boodschapper van Allah! Als wij bij u zijn en u herinnert ons aan het Hellevuur en het Paradijs, dan lijkt het erop alsof wij het duidelijk met onze eigen ogen zien en als wij bij u weggaan dan gaan wij met onze echtgenotes om en spelen wij met hen en met onze kinderen en houden wij ons bezig met onze verdiensten waardoor we alles vergeten. Hij zei (Allah’s vrede en zegen zij met hem): “Bij Degene in Wiens Hand mijn ziel is! Als jullie op de toestand blijven zoals jullie bij mij zijn en bezig blijven met het gedenken van Allah, dan zouden de engelen komen om jullie de handen te schudden wanneer jullie op jullie rustplaatsen liggen en wanneer jullie op weg zijn, maar o H’andhzalah een uur en een uur (en hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) herhaalde dit drie keer) (m.a.w. een uur aanbidding en een uur ontspanning).” Overgeleverd door Moesliem in Kietaab At-Tawbah, hoofdstuk “fadhloe dawaamie dziekrie wa l-fiekrie fie omoorie l-aakhirah”.

Toen de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) merkte dat ‘Abdoellaah ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) te veel aanbidding verrichtte, en dit ging ten koste van andere verantwoordelijkheden, vroeg hij hem om evenwichtig te zijn en zei: “Vast en verbreek je vasten, verricht nachtgebeden en slaap; want je lichaam heeft rechten op je, en je ogen hebben rechten op je, en je echtgenote heeft rechten op je.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie in hoofdstuk “H’aqqo l-djismie fie s-sawm”.

Er zijn verschillende overleveringen van de metgezellen die dit begrip bevestigen; ‘Aliy (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “Laat de harten ontspannen, en zorg ervoor dat jullie het met wijsheid vermaken, want zij raken vermoeid zoals de lichamen vermoeid raken.” Ibn Mas’oed (moge Allah tevreden met hem zijn) zei ook: “Laat de harten rusten, als het hart onder dwang wordt genomen, dan zal hij blind worden.” Bahdjatoe l-Madjaalies van Ibn ‘Abdoe l-Barr, 44. 

Dit wil echter niet zeggen dat vermaak en ontspanning de overhand moeten krijgen over het hard werken in het leven van de moslim, de moslim dient in het algemeen bekend te zijn met zijn enthousiasme en productiviteit, terwijl vermaak een uitzondering is. Daarnaast heeft vermaak en ontspanning essentiële doeleinde en bijdoeleinden: 

Het eerste doel: het doen herleven van productiviteit en het versterken van de ambities:

Vermaak en ontspanning hebben een psychisch invloed die de productiviteit doet herleven, hierover zei Aboe Dardaa-e (moge Allah tevreden met hem zijn): “Ik laat mijn hart ontspannen door iets van vermaak toe te passen, zodat het een versterking voor mij is voor de waarheid.”

Daarom, degene die de Islamitische wetgeving overpeinst zal zien dat ‘Ied Al-Fitr komt na een periode van inspanning en aanbidding, namelijk het vasten, Al-Qiyaam en andere vrijwillige vormen van aanbidding. En ‘Ied Al-Adh-h’a komt na de dag van ‘Arafah wat een dag van aanbidding, smeekbeden, nederigheid en vasten is voor degene die niet op H’adj is. Al-‘Ied bevat blijdschap en vreugde die de geestdrift van het hart doet vernieuwen en herleven; om de vreugde en blijdschap een vorm van aanbidding te laten zijn, is de ‘Ied verbonden aan twee belangrijke Islamitische rituelen en wel het vasten en de rituelen van de H’adj en de offers. De ‘Ied is ‘Ied genoemd omdat het elke jaar terugkomt met vernieuwende vreugde.

Moslims hebben in een jaar tijd maar twee feesten; het is overgeleverd van Anes (moge Allah tevreden met hem zijn) dat hij zei: “De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) kwam en de bewoners van Medinah hadden twee dagen waarin zij zich vermaakten in (de tijd van) Al-Djaahilieyyah en hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Ik ben bij jullie gekomen terwijl jullie twee dagen hadden in Al-Djaahilieyyah waarin jullie je vermaakten en Allah heeft jullie in plaats daarvan iets beters gegeven: de dag van het offer en de dag van de Fitr.” Overgeleverd door Ah’mad, Aboe Daawoed en An-Nasaa-ie met een authentieke keten.

En de feesten die in de Djaahilieyyah gevierd werden waren: An-Nawyroez en Al-Mihradjaan, ‘Awnoe l-Ma’boed 3/485. Ook is er overgeleverd in de h’adieth van de twee meisjes die zongen en speelden met de deff bij ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) tijdens de ‘Ied in de dagen van Minan. Overgeleverd door Moesliem 2/608.

Ontspanning heeft een goede invloed op het verwijderen van de vermoeidheid, dorst en honger. De metgezellen (moge Allah tevreden met hen zijn) gebruikten vermaak om hun kinderen geduld aan te leren om het vasten te doorstaan; het is overgeleverd van Al-Boekhaarie en Moesliem van Ar-Rabi’ bintoe Moe’awwadz dat zij zei: “De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) stuurde overdag het bericht naar ‘As-Shoe’araa-e: “Wie de ochtend bereikt terwijl hij niet-vastende is, dan dient hij de rest van de dag te vasten, en wie de ochtend bereikt heeft terwijl hij vastende is, dan dient hij te blijven vasten.” Zij zei: “Wij hadden de gewoonte om te vasten en onze kinderen te laten vasten en hen een speeltje van wol te geven; als één van hen huilde en wenste te eten, dan gaven wij hem dat speeltje totdat de tijd van iftar aanbrak.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie nr. 1960; Moesliem nr. 1136.

Een belangrijke vorm van ontspanning en vermaak is het rondtrekken op aarde. Verandering en routinedoorbraak worden daardoor bereikt, en dit is noodzakelijk en het is niet tegenstrijdig met de wetgeving omdat daar een duidelijk voordeel in zit. Al-Imaam As-Shaafi’ie heeft gezegd:

- Een positie die voor de verstandige en voor de dichter waardevol is

- Om rust te verkrijgen, verlaat de plaatsen en vervreemd een beetje

- Ga op reis, dan zul je anderen tegenkomen die de plaats vervangen van degenen die je mist

- En trek op aarde rond, want het beste leven is het bezichtigen van verschillende plaatsen

- Het stilstaan van water leidt tot bederf daarvan

- Als het stroomt, dan zal het schoon zijn en als het niet stroomt, dan zal het vertroebeld zijn

- Als de leeuwen de bossen niet verlaten, dan hadden ze niet gejaagd

- En als de speer de boog niet verlaat, dan zal deze het doel niet raken

- En als de zon voor altijd op één bepaalde positie was gebleven

- Dan hadden de mensen, zowel de Arabieren als de niet-Arabieren, genoeg daarvan 

Maar de verstandige is degene die leringen trekt uit zijn reizen, en het toerisme laat zijn dat hem dichterbij Zijn Heer brengt en zijn Imaan vermeerdert en zijn kennis en interesse verruimt. 

Toen de vijanden van Ibn Taymiyyah hem naar een ander land hadden uitgezet, zei hij (moge Allah hem genadig zijn): “Mijn vijanden hebben bij mij niet bereikt wat zij wensten, mijn tuin is in mijn hart, mij te vermoorden is een marteling, mij uitzetten is een vorm van toerisme en mij gevangen houden is een afzondering.”

Het tweede doel: het vertonen van de tolerantie van de Islaam

Er zijn enkelingen die denken dat vermaak en ontspanning tegenstrijdig zijn aan de Islamitische religie, en dit heeft de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) weerlegd en duidelijk aan de mensheid gemaakt, toen hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) tegen een groep overdrijvers zei: “Er is geen priesterschap n de Islaam.” Daarom is het vertonen van vermaak en ontspanning dat algemeen toegestaan is bij de mensen, een vertoning van tolerantie en gemak van de Islaam omdat het een noodzakelijke zaak is. Het bewijs hiervoor is hetgeen vastgesteld is in Al-Moesned uit de h’adieth van ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) die zei “dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) haar toestond om met poppen te spelen samen met haar vriendinnen.” Hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Dat de joden moeten weten dat in onze religie ruimte is, ik ben gezonden met de H’aniefiyyah as-Samh’ah (de zuivere pure tolerante religie.).” Overgeleverd door Ah’mad 6/116.

De selef hebben van de metgezellen (moge Allah tevreden met hen zijn) deze doelstelling begrepen; één van de selef zei ook wel eens tegen zijn metgezellen, om hen de tolerantie van de Islaam te verduidelijken: “De metgezellen (moge Allah tevreden met hen zijn) van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) gooiden met meloenen naar elkaar; en als de tijd kwam van het serieus zijn, dan waren zij De Mannen.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie in Al-Adeb Al-Moefred, Baab Al-Moezaah’.

Het derde doel: het gelukkig stellen van kinderen

Kinderen blij maken is een vereiste. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) streefde ernaar om dit doel te bereiken, omdat kinderen de vreugde zijn van het wereldse en hen blij maken de sfeer vult met vreugde en blijdschap. 

Hetgeen duidt op de zorg van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) om dit te bereiken, is de h’adieth van Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) dat wanneer de tijd van dadels aanbrak, dat dit naar de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) gebracht werd en hij zei: “Moge Allah onze stad zegenen, en onze moedd (Moedd: een inhoudsmaat waarmee graan wordt gewogen. Eén moedd is gelijk aan een handvol graan (wat vergeleken kan worden met ongeveer 0.6 kg). Verder is een moedd ¼ deel van een saa') zegenen, en onze saa’ (een saa' is ongeveer 2,4 kg)zegenen, zegening na zegening.” En hij gaf het aan de kleinsten die in zijn zitting waren.” Overgeleverd door Moesliem 2/1000 en Al-Boekhaarie in Al-Adeb Al-Moefred 362. Dit kleine geschenk heeft een grote invloed op de kinderen wat zij nooit zullen vergeten.

Daarnaast zijn er verschillende overleveringen die aangeven dat hij de kinderen op zijn rijdier droeg. 

‘Abdoellaah Ibn Dja’far (moge Allah tevreden met hen zijn)  zei: “Als de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) van een reis terug kwam, werd hij opgewacht door de kinderen van zijn huis.” Hij (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “Hij kwam een keer van een reis terug en ik werd naar hem gebracht en hij liet mij voor hem op het rijdier plaatsnemen en vervolgens kwam men met een ander kind van Faatimah (moge Allah tevreden met haar zijn), het was of H’asan of H’oesayn, en hij zette hem achter hem (op het rijdier), hij (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “Wij kwamen met zijn drieën op het rijdier Al-Madienah binnen.” Overgeleverd door Moesliem 2428.

Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met haar zijn) heeft gezegd: “Toen de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) naar Mekkah kwam, verwelkomde de kinderen van ‘Abdoe l-Moettalib hem, en hij droeg één van hen en zette hem voor hem (op het rijdier) en de andere achter hem.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie 1798.

Wat ook tot het blij maken van kinderen behoort, is het geven van geld aan de kinderen. Ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden met hen zijn)  liep langs een aantal kinderen die aan het spelen waren en hij gaf hen twee Dirhams.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie in Al-Adeb Al-Moefred 1303.

Wat de kinderen ook wel blijdschap bezorgd, is hen te dragen en voor hen te zingen. 

Er is overgeleverd door ‘Oeqbah Ibn Al-H’aarith dat hij zei: “Ik heb Aboe Bakr (moge Allah tevreden met hem zijn) gezien terwijl hij Al-H’asan de zoon van ‘Aliy droeg en zong voor hem: 

Je lijkt zeker op de profeet

En niet op ‘Aliy

Toen ‘Aliy dit hoorde glimlachte hij. Overgeleverd door Al-Boekhaarie 4/227, Ah’med 1/8 en Ibn Abie d-Doenya fie al-‘ieyaal 1/431. Al-H’aafidhz zei in Al-Fat-h’: de leeftijd van Al-H’asan was toen zeven jaar.”

Er is overgeleverd door ‘Oerwah ibnoe z-Zoebayr dat hij zei: “Mijn vader liet me springen en zei:

- Blanker dan Aal ‘Atieq

- Gezegend en behorend tot de kinderen van Sedheeq

- Ik proef je zoals ik mij zelf proef.” Overgeleverd door Ibn Abie d-Doenya fie al-‘ieyaal 1/433.

Al-‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) liet Al-Qatham dansen en zei:

- O Qatham, O Qatham

- O degene die een spitsneus heeft

- O degene die lijkt op de vrijgevigen. Overgeleverd door Ibn Abie d-Doenya fie al-‘ieyaal 1/436.

Het vierde doel: Lichamelijke conditie

De beste vormen van ontspanning zijn die, die het lichaam voordeel brengen en stimuleren. Het  is overgeleverd in een h’adieth van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) dat hij zei: “De sterke gelovige is beter en meer geliefd bij Allah dan de zwakke gelovige en in beiden zit goedheid…” Overgeleverd door Moesliem in Kietaab Al-Qadar baaboe l-Imaan lielqadarie wa l-idzraanie leh.

Als we naar kinderen kijken dan kunnen we zeggen dat zij graag veel bewegen en graag willen spelen. Ouderen dienen dan ook dit mogelijk voor hen te maken, omdat in de beweging van kinderen een ontwikkeling en groei zit van lichamelijke krachten; er is overgeleverd van Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) dat hij samen met de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) gebeden heeft; Al-H’asan en Al-H’oesayn klommen op zijn rug en toen hij ging zitten legde hij één (van hen) op zijn been en de andere op zijn andere been…” Overgeleverd door Ah’med 2/513.

In de h’adieth die door Shaddaad Ibn Al-H’aad (moge Allah tevreden met hem zijn) is overgeleverd staat dat Al-H’asan en Al-H’osayn op de rug van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) klommen terwijl hij in soedjoed was en hij bleef lang in soedjoed; toen het gebed eindigde zeiden de mensen: “o boodschapper van Allah! U heeft een soedjoed tijdens dit gebed lang gemaakt; wij dachten dat er iets plaats heeft gevonden of dat u de openbaring (op dat moment) kreeg.” Hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “dit was de reden niet; mijn kinderen klommen op mij; en hij hield er niet van om hen versneld te verwijderen totdat zij hun doel hadden bereikt (d.w.z. spelen).” Overgeleverd door Ah’med 3/493, An-Nasaa-ie 2/229, Al-H’aakiem 1/287.

Er is overgeleverd van Ibn Mas’oed (moge Allah tevreden met hem zijn) dat hij zei: “De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) bad terwijl Al-H’asan en Al-H’oesayn op zijn rug waren, de mensen haalden hen van zijn rug af en hij zei tegen hen: “Laat hen ze zijn zo geliefd bij mij als mijn vader en moeder! Degene die van mij houdt dient ook van deze twee te houden!.”” Overgeleverd door Ibn H’iebbaan zoals in Al-Mawaarid is overgeleverd 2233, At-Tabaraanie in Al-Kabier 3/40, Al-Bayhaqie in Al-Koebra 2/263, Aboe Ya’la 8/434 en is door Al-‘Adawiey in Fiqh At-Tarbiyyah goed geclassificeerd.

Deze gebeurtenissen duiden aan dat wanneer de mens tijden doorbrengt waarin hij intensief en serieus moet handelen anders moet zijn dan momenten waarin hij ontspanning en vermaak zoekt. Er is dan ook geen ruimte voor afzondering en excluvisme in de Islaam. Tevens is er overgeleverd van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) dat hij de meest speelse persoon was met kinderen. Overgeleverd door Al-Boekhaarie in Al-Adeb Al-Moefred Baaboe qoeblatoe s-Sebyaan.

Er is tevens door Ibn Al-Moeflieh’ van Ibn ‘Aqiel overgeleverd dat hij zei: “Wanneer de verstandige samen met zijn kinderen omgaat dan wordt hij zelf ook een kind, en neemt (hij) afstand van het serieus zijn op dat moment.” Al-Aadaaboe s-shar'ieyyah 3/228.

Er is ook overgeleverd dat ‘Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) een gouverneur van zijn positie verwijderd had omdat hij niet met kinderen speelde. 'Abqariyyatoe 'Oemar 183.

Het is bekend dat kinderen van wedstrijdjes houden, en daarom organiseerde de boodschapper van Allah spelletjes voor hen. Er is overgeleverd door ‘Abdoellaah Ibn Al-H’aarith (moge Allah tevreden met hem zijn) die zei: “de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) vroeg ‘Abdoellaah en ‘Oebaydoellaah in een rij te staan (d.w.z. de kinderen van Al-‘Abbaas) en zei: “Degene die als eerste is bij die en die plek zal van mij dit en dit krijgen, hij zei: “Zij deden een wedstrijdje en sprongen daarna op zijn (profeet’s) rug en borst en hij knuffelde hen.” Overgeleverd door Ah'mad 1/214.

Tevens dient de echtgenote haar recht te krijgen in ontspanning en vermaak. Er is overgeleverd dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) een wedloop met ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn)  hield en zij won van hem en zij hielden een ander keer een wedloop toen zij ouder werd en wat bijgekomen was en hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) won van haar (moge Allah tevreden met haar zijn), en toen zei hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem): “Deze in plaats van de andere.” Overgeleverd door Ah'mad 2/254, An-Nasaa-ie in Al-Koebra 5/305 en is authentiek geclassificeerd door Al-'Adawie in Tarbiyyatoe l-Awlaad.

Er is ook overgeleverd dat ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn)  samen met haar vriendinnen op een schommel speelde voordat zij de volwassenheid bereikt had.” Overgeleverd door Moesliem en Al-Bayhaqie 10/220.

Daarnaast zijn er verschillende middelen in de tekstuele bewijzen terug te vinden waarmee vermaak en lichamelijke ontwikkeling wordt bereikt, waaronder:

1. Hardloopwedstrijden:

Hardloopwedstrijden behoren tot de oudste sporten die gemakkelijk uit te voeren zijn voor mensen en die het minste geld kosten. Er is overgeleverd in het verhaal van Yoesoef (vrede zij met hem) dat zijn broers zeiden: “O onze vader, voorwaar, wij gingen weg om een wedloop te houden.” Soerat Yoesoef (12), aayah 17. ‘AbdoerRah’maan Ibn As-Sa’die (moge Allah hem genadig zijn) heeft in zijn Tefsier gezegd: “We houden een wedloop te voet, of een wedstrijd door met speren te gooien of door te worstelen.”

De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) gebruikte deze vorm van vermaak ook, zoals overgeleverd is in verschillende ah’adieth. 

In de h’adieth van ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) is er overgeleverd dat zij met de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) op reis was en met hem een wedloop hield en zij won van hem. Zij zei: “Toen ik wat ouder werd en bijkwam hield ik een wedloop met hem en hij won van mij en zei: “Deze in plaats van de andere.” Overgeleverd door Aboe Daawoed 2578, An-Nasaa-ie in Al-Koebra 5/304, Ah'med 6/264, Ibn Maadjah 1979 en is authentiek geclassificeerd door Al-Albaanie in Al-Irwaa-e 5/327 en is authentiek geclassificeerd door Al-'Adawie in Fiqh Tarbiyatoe l-Awlaad.

Na de veldslag van Dzie Qerd hield Salamah Ibn Al-Akwa’ een wedloop met een andere man van de Ansaar tot aan Al-Madienah met de toestemming van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en Salamah won van de man van de Ansaar. Overgeleverd door Moesliem 4654.

Toen de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) klaar was met het slagveld van Taboek, zeiden de Ansaar: “Een wedloop?!” De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei toen: “Als jullie wensen.”” Overgeleverd door Ibn Abie Shaybah 12/508.

Ibn Az-Zoebayr hield een wedloop met ‘Oemar Ibnoe l-Khattaab (moge Allah tevreden met hen zijn), en Ibn Az-Zoebayr won; hij zei: “bij de Rabb van de Ka’bah won ik van je.” ‘Abdoellaah zei: “en hij won van mij en zei: “Bij de Rabb van de Ka’bah, ik heb jou overwonnen.” Overgeleverd door Al-Bayhaqie in Al-Koebra 10/29.

2. Worstelen:

Dit is een zeer goede sport, maar het wordt nu (helaas) gebruikt in de vorm van een gewelddadige sport die niet goed gekeurd zou worden door enig gezond verstand of religie. Over worstelen is er overgeleverd van Samoerah Ibn Djoendoeb en Raafi’ Ibnoe Khadiedj (moge Allah tevreden met hen zijn) dat zij aan een worstelpartij in aanwezigheid van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) deden op een zondag (overgeleverd door At-Tabaraanie in Al-Kabier 7/177, Al-H’aakim 2/60, Al-Bayhaqie in Al-Koebra 10/18 en is authentiek geclassificeerd in At-Talkhees) om duidelijk te maken wie de sterkste onder hen was, om de eer te krijgen om op strijd te gaan.”

Eveneens is er overgeleverd in  de h’adieth van Roekaanah Ibn ‘Abdie Yazied, die zei: “Ik was met de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) een kudde schapen van Aboe Taalib aan het hoeden…en hij zei me op een dag: “Ben je in staat om tegen mij te worstelen.?” Ik zei tegen hem: “Tegen u?” hij zei: “Ja” Ik zei: “Wat krijgt de winnaar dan?” Hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Een vrouwelijk schaap van de kudde.” En wij worstelden en hij won van mij.” Overgeleverd door Al-Bayhaqie in Ad-Dalaa-iel 6/250 en in Al-Koebra 10/18. Daarna bekeerde Roekaanah zich tot de Islaam want hij was ervan overtuigd dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) hulp van Allah kreeg en de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) gaf het schaap terug aan Roekaanah.

3. Duiken:

Dit is een vermakende sport en die tevens uitstekend in groepen uitgeoefend kan worden. Door dit vaker uit te oefenen en hier geduldig in te zijn, zorgt men ervoor dat de longen getraind worden om meer hoeveelheid lucht te krijgen; het is dan ook te zien dat de professionele duikers langer onder water kunnen blijven zonder adem, omdat hun longen goed getraind zijn. 

Over deze wedstrijdvorm is er overgeleverd dat ‘Oemar Ibnoe l-Khattaab (moge Allah tevreden met hem zijn) langs de kust van een zee is gelopen terwijl hij in de staat van Ih’raam was. Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) zei vervolgens tegen hem: “Kom een wedstrijd voeren om te kijken wie van ons de langste adem heeft.” Ibn ‘Abbaas zei (moge Allah tevreden met hem zijn): “Dit deden wij terwijl wij in staat van Ih’raam waren.” 

Er is ook overgeleverd van Ibn ‘Oemar dat ‘Aasim Ibn ‘Oemar en ‘Abdoerrah’maan Ibn Zayd in de zee sprongen waarbij de ene het hoofd van de andere in het water duwde terwijl ‘Oemar naar hen keek en hij wees en hij keurde dit niet af.” Genoemd door Sheikh Al-Albaanie in Kietaab H’addjat An-Nabiy (Allah’s vrede en zegen zij met hem) blz. 26 en is genoemd naar Al-Bayhaqie met een goede keten.

4. Zwemmen:

Dit is één van de beste vormen van vermaak en het meeste profijtvol voor het lichaam en de ziel. De profetische teksten met de prijzing van deze vorm van sport zijn wij reeds tegengekomen, dus wij zullen deze niet nogmaals herhalen. Hierbij wensen wij echter wel te wijzen op de aanbeveling om andere te leren zwemmen, daar het een middel kan zijn om zielen te redden. Er is een grap, die overgeleverd wordt van een grammaticus die te boot de zee op ging en de kapitein schreeuwend hoorde zeggen: hef de zeilen op o zeelieden (zeggend irfa’oe shieraa’oe yaa ayyoeha l-bahh’aarah terwijl het irfa’oe shieraa’a yaa ayyoeha l-bahh’aarah moet zijn)! De grammaticus zei tegen de kapitein: ken je de grammatica niet? Hij (de kapitein) zei: “Nee” de grammaticus zei: “de helft van uw leven is verloren geraakt!” Een storm waaide en deed de boot beven totdat de golven hoog opkwamen en tegen de boot botsten; de kapitein zei tegen de grammaticus: kan je zwemmen? Hij (de grammaticus) zei: “Nee; De kapitein zei: “je hebt je hele leven verloren!”

Over de voortreffelijkheid van het praktiseren van zwemmen door het te leren en het anderen te leren bestaan er verschillende overleveringen van Djaabir (moge Allah tevreden met hem zijn) waarin de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Al hetgeen dat geen gedenking van Allah bevat behoort tot vermaak of vergeetachtigheid behalve vier eigenschappen: “Dat een persoon zijn paard traint, het spelen met de gezinsleden, het gooien (van speren) naar een doel en anderen leren zwemmen.” Overgeleverd door An-Nasaa-ie in Al-Koebra (8938-8940) At-Tabaraanie in Al-Kabier (1780) en is authentiek geclassificeerd door Al-H’aafidhz in At-Tahdzieb 2/239.

‘Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) schreef naar Aboe ‘Oebaydah (moge Allah tevreden met hem zijn): “leer jullie kinderen het zwemmen en het strijden door (met speren) te gooien.!” Overgeleverd door Ibn Kathier in Moesned Al-Faaroeq 2/378.

Het leren van zwemmen is een belangrijke zaak; daarom heeft Al-H’adjjaadj, terwijl hij zijn zoon aan het opvoeden was, gezegd: “leer hen zwemmen voordat zij hebben leren schrijven; zij zullen mensen vinden die in hun plaats zullen schrijven maar geen mensen vinden die in hun plaats zullen zwemmen.” ‘Oeyoenoe l-Akhbaar 2/166.

5. Paardrijden:

Dit is de sport die vroeger bij hoogwaardigheidsbekleders en leiders hoorde; omdat het op dapperheid en een sterke ambitie duidt. De wetgever heeft het toegestaan omdat het een lichamelijk vermaak is en een vorm van oorlogenvoorbereiding en Hij heeft het toegestaan verklaard om hierin te investeren. De grondslag hiervan is de overlevering van Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) die zei dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Het is niet toegestaan om geld te krijgen van een wedstrijd behalve als het gaat om (een wedstrijd met) Khoeff (Khoeff: d.w.z. van rijdieren die een hoef hebben zoals een schaap of een olifant), H’aafier (H’aafier: d.w.z. op rijdieren die een hoef hebben zoals een paard of een ezel) of Nasl (speer).”  Tevens is er overgeleverd in Moesliem dat: “de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) een wedstrijd met paarden heeft laten voeren…” Overgeleverd door Moesliem, Kietaab Al-Imaarah Baaboe Al-Moesaabaqatoe bayna l-khaylie wa tadhmiroeha. Zonder te noemen of het ging om een weddenschap of dat er een prijs te winnen was.

Het voeden en trainen van paarden is een manier om deze ah’adieth te verwezenlijken. Djaabir (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft gezegd dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “al hetgeen dat geen gedenking van Allah bevat behoort tot vermaak of vergeetachtigheid behalve vier eigenschappen: “Dat een persoon zijn paard opvoed, het spelen met de gezinsleden, het gooien (van speren) naar een doel en anderen leren zwemmen .” Overgeleverd door An-Nasaa-ie in Al-Koebra (8938-8940) At-Tabaraanie in Al-Kabier (1780) en is authentiek geclassificeerd door Al-H’aafidhz in At-Tahdzieb 2/239.

6. Wedstrijden voeren op kamelen:

Hetgeen bij de Arabieren ook tot de vormen van vermaak behoort, is het houden van wedstrijden op de rug van kamelen –  wat de veerboot voor hen is waarmee zij de woestijnen en lange reizen doorstaan. De rijken onder de Arabieren voerden wedstrijden met sterke en snelle kamelen en dit was ook een wijdverspreide gewoonte in het profetische tijdperk. Het is overgeleverd in Al-Boekhaarie van Anes Ibn Maaliek (moge Allah tevreden met hem zijn) dat hij zei: “Dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) een vrouwelijke kameel had die Al-Ghadhbaa-e heette waar niet van werd gewonnen…” Overgeleverd door Al-Boekhaarie in Kietaab Ar-Raqaa-ieq baaboe t-Tawaadho’. De metgezellen hadden ook de gewoonte om wedlopen te houden zowel te paard alsook te voet.” Overgeleverd door Ibn Abie Shaybah in Al-Moesannaf 12/508.

7. Ar-Ramy (Letterlijke het gooien, d.w.z. het gooien met speren of boogschieten of het leren schieten met geweren…etc):

Eén van de meest fijne en meeste vermakende vormen van ontspanning en toegestane amusement is het schieten met wapens en het streven om het doel goed te raken. Er is overgeleverd in Moesliem van ‘Oeqbah Ibn ‘Aamir (moge Allah tevreden met hem zijn) dat hij de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) hoorde zeggen, terwijl hij op de Minbar stond : “En brengt wat jullie kunnen aan macht bij elkaar, om hen mee te bevechten.” Soerat Al-Anfaal (8), aayah 60. Voorwaar de kracht zit hem in het gooien, voorwaar de kracht zit hem in het gooien (schieten), voorwaar de kracht zit hem in het gooien.” Overgeleverd door Moesliem, Kietaaboe l-Iemaarah Baaboe Fadhlie r-Ramyie wa l-h’atthie ‘alayhie.

De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) ging naar een groep die een wedstrijd hield in het boogschieten op de markt en zei: “Gooi o kinderen van Ismaa’iel! Jullie vader was een goede boogschieter…” Overgeleverd door Al-Boekhaarie in Kietaab Al-Manaaqieb.

De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft zelfs gewaarschuwd voor het doen vergeten van Ar-Ramy; toen hij zei: “Degene die ar-Ramy heeft aangeleerd en het is vergeten, behoort niet tot ons.” Overgeleverd door Moesliem, Kietaaboe l-Iemaarah Baaboe Fadhlie r-Ramyie wa l-h’atthie ‘alayhie.

Zij deden dan ook hun best om dit in praktijk te brengen en zij spoorden elkaar hier tevens toe. ‘Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) schreef Aboe ‘Oebaydah (moge Allah tevreden met hem zijn): “Leer jullie kinderen het zwemmen en het bevechten door Ar-Ramy!” Overgeleverd door Ibn Kathier in Moesned Al-Faaroeq 2/378.

Sa’d Ibn Abie Waqqaas (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “Ik raad jullie aan om te gooien; het is jullie beste vorm van vermaak.” Overgeleverd door Al-Moendieriey in At-Targhieb wa t-Tarhieb 2/278.

Er is tevens overgeleverd in Moedjmar’ Az-Zawaa-ied dat toen Anes (moge Allah tevreden met hem zijn) ging zitten, hij een kleed op de grond plaatste en hierop plaats nam en vervolgens zijn zoon tussen zijn handen plaatste. Op een dag ging hij hetzelfde doen en zag hij de mensen terwijl zij gooiden (d.w.z. zij waren aan het oefenen) en zei: “O mijn kinderen! Wat is jullie schieten slecht, en hij nam de boog en schoot ermee en hij had het doel niet gemist.” Moedjma’ Az-Zawaa-ied 5/271.

8. Het spelen met wapens:

Dit lijkt op een dans die gevoerd wordt vóór oorlogen of tijdens feesten. Het kijken naar deze vorm van vermaak is toegestaan en het bewijs hiervoor is de overlevering van ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) waarin de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) haar toestond om te kijken naar een groep mensen die afkomstig waren uit Al-H’abashah (Ethiopië of Abasinië) terwijl zij met speren in de moskee speelden.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie 5190 en Moesliem 892.

Het vijfde doel: Geestelijke voorbereiding en het verwijderen van stress:

Tot de wijsheden van de Wetgever behoort het feit dat Hij voor de mens in tijden van bezorgdheid en angst enkele middelen tot vermaak heeft toegestaan verklaard om de bezorgdheid en stress weg te halen. Tot deze moeilijke tijden behoort de huwelijksnacht waarin beide partners gespannen zijn door de situatie waarin zij zijn beland. Het kan zijn dat zij vrees hebben voor het falen om tot de partner te komen. Daarom heeft de wetgever het toegestaan verklaard om de deff (voor vrouwen) te gebruiken en het opnoemen van Anasheed wat tot het kalmeren van de spanning leidt. Andere gespannen tijden zijn de oorlogstijden, besnijdenis…etc

Hiernaast zijn er in de Soennah verschillende ah’adieth overgeleverd die genoemd worden tijdens zware werkzaamheden, zoals gebeurde tijdens het graven van greppel in Ghazwat Al-Ah’zaab, en tijdens het trekken op aarde…etc

Het is toegestaan om te zingen en de deff te gebruiken tijdens het huwelijksfeest

1. De verschillende bewijzen uit de Soennah die hierop duiden zijn onder andere:De overlevering van ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) waarin zij een vrouw huwde aan een man van de Ansaar, waarop zei de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem): “O ‘Aa-ieshah! Hebben jullie geen middelen tot vermaak bij jullie? De Ansaar houden van vermaak.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie 9/184-185.

2. De overlevering van ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) waarin Yatiemah aan een man van de Ansaar huwde, en ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) was een van de vrouwen die haar (Yatiemah) naar haar echtgenoot bracht. Zij zei: “Wij spraken de Salaamgroet uit en vroegen (Allah) de zegeningen en vertrokken, toen zei de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem): “De Ansaar houden van gedichten die over vrouwen gaan, hadden jullie maar: Ataynaakoem Ataynaakoem (we zijn naar jullie gekomen, we zijn naar jullie gekomen) Fah’ayyaana wa h’ayyaakoem (moge Hem ons groeten en moge Hij u groeten) gezongen.

3. De overlevering van ‘Aamier Al-Badjalie die zei: “Ik kwam bij Qardhatoe bnie Ka’b en Aboe Mas’oed (de overleveraar zei en hij noemde een derde persoon die ik ben vergeten) terwijl enkele meisjes op deff speelden en zongen. Ik zei: “Keuren jullie die goed terwijl jullie de metgezellen van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zijn?” Zij zeiden: “Hij heeft het toegestaan verklaard in huwelijksfeesten, en hij heeft het huilen om het overlijden van een persoon zonder Nieyaah’ah (weeklagen bij het verlies van een dierbare) ook goed gekeurd.” Overgeleverd door Al-H’aakim en An-Nasaa-ie 2/93.

Het zesde doel van vermaak: stimulans:

Het houden van toegestane feesten ten behoeve van vermaak is een goede stimulans, zowel voor ouderen als voor jongeren. Er zijn zulke soorten feesten overgeleverd van de selef; die de kinderen het opdoen van kennis lief maken. Aboe l-Khabieb Al-Karaabiesiey zei: “een zoon van Ayyoeb As-Sakhastaaniey was met ons in de Qor-aanschool, en hij bereikte een goed niveau, wij gingen naar zijn huis en voor hem werd er een minbar geplaatst en hij preekte terwijl hij erop zat, zij gooiden banen naar ons terwijl Ayyoeb bij de deur stonden zei: “ga naar binnen, deze gelegenheid is slechts voor jullie.” Overgeleverd door Ibn Abie d-Doenya in Al-‘Iyaal 1/485.

Het zevende doel: het ontwikkelen van vindingrijkheid om zaken te bedenken dan wel uit te vinden 

Tot de doelen van vermaak behoort educatie en uitvinding. Verschillende hedendaagse studies in de pedagogie pleiten voor het verruimen van educatie naar vermaak, d.w.z. om op een speelse manier te leren. 

Tot de gewoontes die de Wetgever goed heeft gekeurd, is het spelen met poppen. Er is overgeleverd door ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) dat zij een paard met vleugels had. Overgeleverd door Aboe Daawoed 4932.. 

In de Sah’ieh’ayn is er overgeleverd dat zij (moge Allah tevreden met haar zijn) heeft gezegd: “Ik speelde met poppen bij de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en ik had vriendinnen die met mij speelden.  Wanneer de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) binnenkwam trokken zij zich terug (uit schaamte en respect) en hij stond hen (daarop) toe om naar mij te gaan en speelden met mij.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie (Al-Fat-h’ 10/526) en Moesliem (Sharh’ An-Nawawie 5/295).

An-Nawawie heeft gezegd: “Al-Qaadhie zei: “Dit geeft aan dat het toegestaan is om met poppen te spelen, en hier wordt er een uitzondering gemaakt voor beelden waar doorgaans een verbod op staat, in het spelen met deze poppen is er een voorbereiding en opvoeding van meisjes op een jonge leeftijd voor het verzorgen van kinderen en huizen. Daarnaast hebben de geleerden het toegestaan verklaard om poppen te kopen en te verkopen…en vervolgens zei hij: “De mening van de meeste geleerden is het toestaan van het spelen met poppen.” Sharh’ An-Nawawie 5/295.

Sheikh Ibn ‘Oethaymien (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “Als speelgoed van kinderen op de schepping van de mensen lijkt, is het raadzaam om er afstand van te nemen, maar ik zeg niet dat ze verboden zijn omdat er voor de kinderen zaken zijn die toegestaan worden gemaakt terwijl dit niet voor ouderen het geval is. Kinderen zijn gewoon om te spelen en zich te vermaken en zij worden niet verplicht gesteld om aanbidding te verrichten en wij kunnen ook niet zeggen dat hun tijd verspild wordt in het vermaak en spelen…” Madjmoe’ Fataawa Sheikh Ibn ‘Oethaymien 2/277.

Een vorm van vermaak die leidt tot zelfontwikkeling, is het spelen van kinderen met schoon zand. Al-Bayhaqie betitelde een hoofdstuk waarin hij vermeldde dat kinderen met zand speelden. 

Een soort vermaak die ook geliefd is bij kinderen is het aanschaffen van huisdieren als vogels en het spelen ermee op een manier die niet leidt tot het schade berokkenen aan deze dieren. Geleerden hebben gezegd dat het voor kinderen toegestaan is om met een aantal dieren en vogels te spelen zolang dit geen schade berokkend aan de dieren! 

Het is overgeleverd in As-Sah’ieh’ayn van Anes (moge Allah tevreden met hem zijn) dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) aan het broertje van Anes zei: “O Aboe ‘Oemayr! Hoe gaat het met An-Noeghayr (een vogelsoort).” Overgeleverd door Al-Boekhaarie 6129 en Moesliem 2150.

De geleerden hebben enkele wijsheden uit deze h’adieth gehaald en wel: “dat het voor kinderen toegestaan is om met vogels te spelen; dat het de ouders toegestaan is om hun kinderen met vogels te laten spelen; dat het toegestaan is om geld te investeren in vormen van vermaak die voor kinderen toegestaan zijn om aan te schaffen en dat het toegestaan is om een vogel in een kooi te houden met de voorwaarde deze te eten en te drinken geven. 

Een ander soort dier waarmee gespeeld zou kunnen worden is bijvoorbeeld een poesje; zo is het overgeleverd dat Aboe Hoerayrah een poesje had dat hij bij zich had en waarmee hij speelde.

Een andere vorm van vermaak die direct met educatie en zelfontwikkeling te maken heeft, vinden wij in quizzen. Het bewijs voor het toestaan daarvan is de h’adieth van Ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden met hen zijn) waarin de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Onder de bomen is er een boom waarvan de doorns niet verwijderd worden en waar de bladeren niet van vallen, en het lijkt op de gelovige…iedereen begon de plattelandbomen te noemen en ik had het vermoeden dat het de dadelboom was.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie 62, 131, 6001 en Moesliem 7047.

En alle lof zij Allah de heer der werelden.

Het maandblad “Wij Moslims.”