Bibliotheek

Trots...

Door Shariffa Carlo, vertaald door Rabi’a
751 keer gelezen

Trots...

Alle lof zij Allah, de Heer der werelden. Allah’s zegeningen en vrede zij met de profeet Moh’ammed, zijn familie en metgezellen en iedereen die hun voetstappen volgt tot aan de Laatste Dag.

Eén van de ergste dingen die ons kwetsen, die ons toestaan in de val van de westerse mentaliteit te trappen met betrekking tot het moslim-zijn, is dat we een belangrijk element van de Islaam vergeten zijn dat ons helpt en versterkt in het zijn van goede moslims. Ik wil het graag hebben over trots. Maar begrijp me niet verkeerd. Ik ga niet zeggen wat de meeste mensen zeggen als ze het over trots hebben. Meestal als je over dit onderwerp praat, krijg je ah’adieth en verzen te horen die trots veroordelen. Vandaag zal ik namelijk zeggen dat je juist trots dient te hebben. Ik ga je zeggen dat trots goed is. Ik ga je vertellen dat je je borst zoveel mogelijk dient te verruimen met trots waardoor het op springen zal staan. Verward? Dat hoeft niet. Ik bedoel met trots niet dat je op mensen neer kijkt, want deze trots is verboden.

Er is overgeleverd door ‘Abdoellaah ibn Mas’oed: “De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Degene die maar het gewicht van een mosterdzaadje aan trots in zijn hart heeft, zal het Paradijs niet binnengaan.” Iemand zei: “Waarlijk, iemand houdt ervan dat zijn kleren mooi zijn en dat zijn schoenen mooi zijn.” Hij (de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem)) zei: “Waarlijk, Allah is Mooi en Hij houdt van Schoonheid. Trots is de waarheid minachten (uit zelfbedrog) en neerkijken op de mensen.” Sah’ieh’ Moeslim: boek 1, nummer 0164.

Ik bedoel niet trots op een bedrogen, pijnlijke manier. Ik bedoel trots als het erkennen en doen zoals je bent –handelend als de beste natie ooit voortgebracht door Allah (de Verhevene), want Hij zegt: “Jullie zijn de beste gemeenschap die uit de mensen is voortgebracht, (zolang) jullie tot het goede oproepen en jullie het verwerpelijke verbieden en jullie in Allah geloven. En als de Lieden van de Schrift zouden geloven, zou dat beter voor hen zijn, onder hen zijn er gelovigen, maar de meeste van hen zijn grote zondaren.” Soerat Aal-‘Imraan (3), aayah 110.

En Allah (de Verhevene) zegt ook: “Voorwaar, degenen die geloven en goede werken verrichten, zij zijn degenen die de beste schepselen zijn.” Soerat Al-Bayyinah (98), aayah 7.

Wij zijn de beste schepping. We werden geschapen in de beste vorm en zullen dit blijven zo lang we doen wat we moeten om Allah (de Verhevene) te gehoorzamen. Allah zegt: “Voorzeker, Wij hebben de mens in de beste vorm geschapen. Daarna doen Wij hem terugkeren tot het laagste van het laagste. Behalve degenen die geloven en goede daden verrichten. Voor hen is er een ononderbroken beloning.” Soerat At-Tien (95), aayah 4-6.

Wij moslims zijn de beste gemeenschap die ooit geschapen is. We zijn de leiders van deze wereld. De metgezellen van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) erkenden dit;Zij omarmden dit feit en als gevolg van deze reden waren zij in staat de ongelovigen te verslaan en zo’n groot gedeelte van de wereld te veroveren. Ze kropen niet angstig weg in een hoekje, bang om hun geloof te uiten;ze leunden niet achterover terwijl ze toestonden dat ze vernederd werden, behalve als dit een bevel van Allah (de Verhevene) en/of Zijn boodschapper (Allah’s vrede en zegen zij met hem) was. Ze waren sterk, ze hadden zelfvertrouwen en ze droegen hun trots jegens hun Dien als een eremedaille.

Een schitterend voorbeeld hiervan is dat van Aboe Dzarr al-Ghifari (moge Allah tevreden met hem zijn). Hij accepteerde de Islaam in een tijd dat de moslims zwak waren en vervolgd werden. Maar in plaats van zijn religie te verbergen, kondigde hij het aan zodat iedereen wist van zijn bekering tot de Islaam. In zijn eigen woorden: “...Daarna verbleef ik met de profeet in Mekkah en hij leerde me de Islaam en leerde me de Qor-aan te lezen. Toen zei hij tegen mij: “Vertel niemand in Mekkah van je acceptatie van de Islaam. Ik vrees dat ze je zullen doden.” Bij Hem, in Wiens Hand mijn ziel is, ik zal Mekkah niet verlaten totdat ik naar de Ka’bah ga en daar de roep tot de Waarheid verklaar temidden van de Qoraysh,” zwoer Aboe Dzarr (moge Allah tevreden met hem zijn). De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zweeg. Ik ging naar de Ka’bah. De Qoraysh zaten er te praten. Ik ging naar hun midden en riep zo hard ik kon: ‘O mensen van Qoraysh, ik getuig dat er geen god is dan Allah en dat Moh’ammed de boodschapper van Allah is.’ Mijn woorden hadden meteen effect op hen. Ze sprongen op en zeiden: “Pak hem die zijn religie verlaten heeft.” Ze wierpen zich boven op me en sloegen me genadeloos. Ze wilden me duidelijk vermoorden. Maar ‘Abbaas ibn ‘Abdoel-Moettalib, de oom van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem), herkende me. Hij boog zich voorover en beschermde mij tegen hen. Hij zei hen: “Wee jullie! Zouden jullie een man vermoorden van de Ghifaar-stam terwijl jullie karavaan door hun gebied moet trekken?” Toen lieten ze me los...” 

Deze metgezel (moge Allah tevreden met hem zijn) had zoveel trots voor zijn religie dat hij niets beters kon doen dan het te verkondigen zodat iedereen het zou horen, zelfs ten koste van zijn leven. En ook al was het niet wijs om dit te doen en keurde de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) deze daad niet goed (hoewel hij het niet verbood), had deze metgezel de drang de mensen te laten weten dat hij de Islaam geaccepteerd had. Dit is een teken van oprechte trots. En het was de domme daad, niet de trots, die de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) afkeurde. Wij worden geacht trots op onze religie te zijn. We worden niet geacht het te verbergen tenzij wij vrezen voor ons leven, zoals de moslims deden toen zij vervolgd werden in Mekkah. Echter, toen zij eenmaal de kracht hadden hunzelf te verdedigen, verkondigden zij het overal om hen heen zodat iedereen het kon horen. Ze deinsden niet terug onder moeilijke omstandigheden. Ze verspreidden de religie, waar en hoeveel zij maar konden. Ze brachten de aankondigen van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) naar koningen en ook naar boeren. Ze waren trots op hun religie, daar zij wisten – zonder enige twijfel – dat de Islaam de enige Waarheid was en is. Ze wisten dat mensen slechts gered konden worden door het accepteren van de Islaam. Ze wisten dat het door hen was dat de Dien zou overleven – inshaa-e llaah - en voorspoed zou kennen en ze wisten dat wanneer ze hun taak zouden verzaken, Allah (de Verhevene) een beter volk voor deze taak zou brengen. Dus omarmden zij hun taak en werden zij de beste . gemeenschap van onder de moslims. En wat is er met ons gebeurd, broeders en zusters? Waar is onze trots op Allah (de Verhevene) en Zijn religie? Waar is ons verlangen alles te doen wat nodig is om deze religie tot het allerhoogste te maken?

Velen van ons schamen zich zo voor hun religie, waardoor wij onszelf maar al te graag veranderen om er bij te horen. We kennen allemaal wel een Samier die nu Sam heet of een Moh’ammed die zichzelf Mo noemt. We kennen allemaal de vrouw die de westerse h’idjaab draagt; spijkerbroek, een lange blouse en het verplichte hoofddoekje. Wat is er mis met ons? We willen lijken, klinken en doen zoals de mensen om ons heen. Waarom? De Koeffaar (ongelovigen) hebben een gezegde: “Imitatie is de hoogste vorm van vleierij.” Wat betekent dit? Het betekent dat door het imiteren van iemand, je eigenlijk zegt dat zij beter zijn – zelfs in dat kleine aspect.

Je zou nooit het beste opgeven voor het slechtste. Je handelt naar boven. Dus waarom handelen wij constant naar beneden en accepteren we de manier van de koeffaar? Tenzij we geloven dat hun manier beter is (moge Allah ons hiervan behoeden). Imitatie is een teken van je gewonnen geven. Imitatie is een teken van minderwaardigheid. Imitatie is een teken van geen geloof hebben in wat je hebt. Wij zijn de beste gemeenschap die ooit is voortgebracht. Deze mensen zouden ONS moeten imiteren, broeders en zusters, niet wij hen. En, gelooft u mij, dat weten ze maar al te goed.

Op een dag zat een bedekte zuster in de pendeldienst naar de universiteit waar ze studeerde. Er stapte een jonge Amerikaanse vrouw in. Ze droeg een rokje zo kort dat het niets aan de verbeelding overliet. Ze ging tegenover de moeh’adjiba-zuster zitten. De zuster keek op en merkte dat de Amerikaanse vrouw naar haar staarde en haar hoofd schudde. Ze keurde duidelijk haar kleding af. Maar het maakte niet uit. Als ze niet had geloofd dat haar manier de beste was, had ze zich misschien geschaamd of vernederd gevoeld. Maar het leek erop dat ze wist, geloofde en accepteerde dat de Islaam de beste weg is, want in plaats van haarzelf terug te trekken, keek ze recht naar de niet-islamitische Amerikaanse vrouw met een blik van ernstige afkeuring. Ze keek toen naar de blote benen van de vrouw, klakte haar tong terwijl ze haar hoofd schudde. De Amerikaanse vrouw reageerde door aan de onderkant van haar rok te trekken, alsof ze haar benen meer wilde bedekken. De Amerikaanse vrouw voelde de schaamte en vernedering van haar vertoning (diep in haar deed haar door begeerten bedekte fitrah - de natuurlijke aanleg - zijn werk). Deze vrouw herkende haar minderwaardige staat en reageerde in overeenstemming daarmee, omdat de moslimvrouw zich niet terugtrok en niet toestond dat de niet-islamitische vrouw haar minderwaardig liet voelen. Dit is de manier waarop wij zouden moeten handelen.

Hoe vaak doen moslimvrouwen hun h’idjaab af vanwege de druk van de omgeving? Hoe vaak heb je gehoord: “Ik kan geen baan krijgen; ik kan niet tegen het staren; ik kan niet omgaan met de druk van het leven in het Westen als ik me bedek.” Of nog erger: “We moeten integreren in deze samenleving.” We moeten helemaal niet opgaan in de samenleving, dierbare broeders en zusters, en we hoeven geen enkele compromiste sluiten. Als we dit doen, geven we onze nederlaag toe. In plaats daarvan dienen we baanbrekers te zijn, leiders, het voorbeeld voor anderen. Soebh’aana Allah! 

Wij zijn de beste gemeenschap. Onze weg is de enige weg naar verlossing. Vergeet dat nooit! De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) verbood ons de koeffaar te imiteren. En dat niet alleen, hij beval ons in veel ah’adieth om bewust anders te zijn. Hij beval ons moekhalif (degene die het tegenovergestelde doet) te zijn.

Er is door Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) overgeleverd: “De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Knip de snor kort (bij) en laat de baard staan, wees moekhalifah (niet zoals) de vuuraanbidders.” Sah’ieh’ Moeslim: boek 2, nummer 0501.

Allah (de Verhevene) zegt: “En wie de boodschapper tegenwerkt nadat de Leiding hem duidelijk is geworden en een andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd had en Wij zullen hem in de Hel binnenleiden. En dat is de slechtste bestemming!” Soerat An-Nisaa-e (4), aayah 115.

De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) waarschuwde ons dat het imiteren van iemand is alsof we als hen zijn. Aboe Daawoed heeft overgeleverd: “Een ieder die een volk imiteert, is één van hen.” Dit is een serieuze waarschuwing! ‘Abdoellaah ibn al-‘Aas heeft gezegd: “Een ieder die in het land van de moeshrikien (afgodenaanbidders) woont en hun Nawroez (nieuw jaar) viert en hun Mahradjaan (feesten) en hen imiteert totdat hij sterft, hij zal op de Dag der Opstanding een verliezer zijn.”

Oem Salamah (moge Allah tevreden met haar zijn) leverde over (ik neem alleen het ter zake doende deel van de h’adieth) betreffende de slechte Amier (leider): “De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “...Maar diegene die hun slechte daden goedkeurt en hen imiteert is spiritueel geruïneerd...” Sah’ieh’ Moeslim: boek 19, nummer 4569.

Deze laatste h’adieth spreekt over de slechte moslim. Dus wat zegt dit over de koeffaar (ongelovigen)? We dienen de kaafir niet te imiteren. Nee, We moeten bewust anders zijn. Ik ken zusters die eenvoudigweg weigeren compromissen jegens hun geloof en praktijken te sluiten en dit is het minste wat we MOETEN doen. We zouden ons op zijn minst niet moeten kleden zoals zij (er is niets mis met het dragen van hun kleding, zolang het maar niet tegen de Sharie’ah in gaat, dus de ‘awrah mag niet zichtbaar zijn en de kleding mag ook niet strak zijn waardoor de lichaamsvormen zichtbaar zijn etc. Uiteraard is het beter om je eigen Islamitische identiteit te behouden en je te onderscheiden van de ongelovige), praten zoals zij, feesten zoals zij of hun praktijken overnemen . Ik kan je niet zeggen hoe vaak ik gevraagd ben waarom ik geen trouwring draag. Elke keer moet antwoorden, want het is niet alleen geen gewoonte van moslims, maar het is de gewoonte van christenen.

Ik moet ze leren dat: “Sinds vroegere tijden verbond het geven of uitwisselen van ringen elk contract. Onder de vroege christenen werden de duim en de eerste twee vingers aangewezen als de drie-eenheid en de echtgenoot plaatste de ring aan de vinger van zijn vrouw in de driedelige heilige naam. Sommige autoriteiten geloven dat de derde vinger van de linkerhand verbonden was door de zenuw of de ader met het hart, daarom werd het voor dit doel uitgekozen.” The State Newspaper – Columbia, South Carolina.

Broeders en zusters, onwetendheid is geen excuus als we geen moeite doen de waarheid te leren. We leven in een  land van ongeloof; het is onze taak en verplichting om dit type kennis  - op te doen zodat we misleiding kunnen voorkomen. Dus het gewoon niet weten, is niet acceptabel. Degene die niet weet hoe hij moet bidden, zal er niet voor vergeven worden als hij niet probeert het te leren. We worden niet verantwoordelijk gehouden voor dat wat nog niet tot ons is gekomen, maar we moeten altijd een poging ondernemen de kennis op te doen.

Verder, tegen degenen die zeggen: “Dat is niet mijn intentie en daden worden beoordeeld op hun intentie,” zeg ik:  je daden worden beoordeeld op je intentie maar een slechte daad kan nooit goed worden door een goede intentie. Ik kan geen geld stelen om het aan de moskee te geven. Stelen is h’araam (verboden), zoals imitatie h’araam is en zodra we weten dat iets h’araam is, moeten we er onmiddellijk mee ophouden.

Nogmaals, het komt allemaal neer op trots. Ik ben trots dat ik een moslima ben. Ik houd niet op met het zeggen van Inshaa-e Allah omdat ik met een kaafir praat - laat hem het woord maar leren - het zal hem misschien goed doen. Ik houd niet op met het lezen van mijn Qor-aan omdat iemand me kan zien en kan denken dat ik een fanaticus ben. Ik ga mijn h’idjaab niet veranderen of “muteren” omdat ik erbij wil horen. Ik moet een moekhalifah zijn.

Laat me je waarschuwen als je het nog niet weet: wij zijn moslims en zelfs als wij het vergeten, zullen zij dat niet. Een actueel voorbeeld: Bosnië. Vele Bosniërs vergaten hun Islaam. Ze pasten zich aan. Ze trouwden met elkaar, hielden elkaar bezig, namen elkaars namen en waren ‘één’ met de niet-moslims in hun gemeenschap. Een islamitische Bosniër vertelde me eens: “Ze vernietigden de Masaadjied (moskeeën) niet. De Masjdids waren al dood.” Vele moslims van Bosnië waren hun Dien vergeten, maar zodra de koeffaar hun kans schoon zagen, begonnen ze hen uit te roeien. Ze doodden niet alleen de goede praktiserende moslims, maar ook degenen die niet wisten hoe ze moesten bidden. Ze wisten het nog. Waarom vergeten wij? Maar laten we dit een stap verder dragen. Erken dat wat jij doet niet alleen effect heeft op jou. Wanneer wij dingen doen in deze samenleving, stellen we een precedent. Niet één moslimvrouw die een h’idjaab draagt, heeft nooit gehoord: “...Maar die en die is een moslim en zij kleedt zich niet zo.” En een broeder met een baard, heeft zeker vast wel eens gehoord: “Maar die en die is een moslim en hij scheert zich.” We kwetsen elkaar als we een deel van onze praktijk verlaten. We moeten elkaar helpen, niet bij hen horen die ons onderdrukken.

‘Abdoellaah ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft verhaald: “Allah’s boodschapper (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Een moslim is de broeder van een andere moslim. Hij onderdrukt hem niet en geeft hem niet over aan de vijand. Degene die de behoefte van een moslim vervult; Allah zal zijn behoefte vervullen. Degene die zijn broeder uit een moeilijkheid helpt; Allah zal hem uit de moeilijkheden van de Dag der Opstanding helpen, en degene die een moslim afschermt; Allah zal hem op de Dag der Opstanding afschermen.” Sah’ieh’ Al-Boekhaarie: volume 3, boek 43, nummer 622.

Wij zijn moslims. We hebben bewust erkend dat Allah de enige Heer is. We hebben Moh’ammed geaccepteerd als uiteindelijke boodschapper en profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem). Onze Dien is Islaam en onze grondwet is de Qor-aan en de Soennah. Wij zijn de geredde gemeenschap, de enige echte volgelingen van de enige ware God. Wij zijn de besten en wat wij als praktiserende moslims doen is de enige weg, dus het is niet slechts de beste manier om te handelen en te volgen. Dus waarom volharden wij in het volgen van de niet-moslims? Waar is onze trots voor de Islaam? Wanneer ik een jonge moslim zie in de laatste gangster-mode, pratend als een kaafir-rapper, krimp ik ineen. Wanneer ik een jong moslimmeisje zie die een broek draagt in plaats van een djilbaab, breekt mijn hart. Wanneer ik een geschoren moslimman zie of een onbedekte moslimvrouw, dan vrees ik voor onze toekomst. Onze geliefde profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) waarschuwde ons. Er is verhaald door Aboe Sa’id: “De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Jullie zullen de verkeerde weg van jullie voorgangers zo compleet en letterlijk volgen dat als zij een hol van een hagedis in zouden gaan, jullie daar ook in zouden gaan.” Wij zeiden: “ O boodschapper van Allah! Bedoelt u de joden en christenen?” Hij antwoordde: “Wie anders?” Sah’ieh’ Al-Boekhaarie: volume 4, boek 56, nummer 662.

Ibn Khaldoen zei dat hij wist dat al-Andaloes (Andalusië, Islamitisch Spanje) zou vallen toen hij zag dat ze de koeffaar imiteerden. 

Ik vraag Allah de Verhevene ons te laten stoppen met onze verdorven imitatie . Ik vraag de Majesteitelijke (de Verhevene) ons de trots terug te geven die we verloren zijn. Ik bid dat Hij ons het gevoel van superioriteit schenkt dat we nodig hebben om niet alleen de Dien voor onszelf te praktiseren, maar om het te verspreiden naar degenen die het nodig hebben. Ik bid tot Allah, de Meest Wijze, de Meest Genereuze, dat Hij ons allen trots maakt om moslims te zijn en trots om een moekhalif te zijn.

Soebh’aanaka llaahoemma wa bieh’amdieka, ash-hadoe allaa iellaaha iellaa ant, astaghfieroeka wa atoeboe ielayk (Glorieus bent U, O Allah, alle lof behoort aan U. Ik getuig dat er geen god is dan U. Ik zoek Uw vergiffenis en toon berouw aan U).

Maandblad Wij Moslims,Jaargang 5, nr. 1.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN