Bibliotheek

De drie fundamenten en haar bewijzen en de vier basisregels voor het pure monotheïsme

Door Sheikh Mohammed Ibn ‘Abdel-Wahhaab

Hoofdstukken

1. De drie fundamenten en haar bewijzen
2. Het eerste fundament
3. Het tweede fundament
4. Het derde fundament
5. Vier basisregels voor het pure monotheïsme
6. Eerste regel
7. Tweede regel
8. Derde regel
9. Vierde regel
13544 keer gelezen

. Derde regel

Dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) kwam van een gemeenschap mensen die verschillende vormen van aanbidding hadden. Sommigen aanbaden engelen, andere aanbaden profeten en vromen, andere aanbaden bomen en stenen en andere aanbaden de zon en de maan. De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft hen bestreden en heeft hen niet in verschillende groepen gelaten. Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene heeft gezegd: "En bestrijd hen totdat er geen fietnah meer is en de godsdienst geheel voor Allah is…" Soerat Al-Anfaal (8), aayah 39.  

Het bewijs dat hen verboden is om de zon te aanbidden, is dat Allah de Verhevene zegt: “En tot Zijn Tekenen behoren de nacht en de dag, en de zon en de maan. Knielt jullie niet neer voor de zon en niet voor de maan, maar knielt jullie neer voor Allah, Degene Die hen heeft geschapen, als jullie alleen Hem aanbidden." Soerat Foesselat (41), aayah 37  

Het bewijs dat het verboden is om de engelen te aanbidden, is dat Allah de Verhevene zegt: “En Hij beveelt jullie niet de engelen en de profeten als heren te nemen." Soerat Aal-iemraan (3), aayah 80.

Het bewijs dat het aanbidden van profeten verboden is, daarover zegt Allah: “En (gedenkt) toen Allah zei: “ O, ‘Isa, zoon van Maryam, heb jij tegen de mensen gezegd: “Neemt mij en mijn moeder tot twee goden naast Allah?” Hij (‘Isa) zei: “Heilig bent U! Nooit zou ik kunnen zeggen waarop ik geen recht heb. Indien ik dat gezegd had, zou U dat zeker geweten hebben. U weet wat er in mijn ziel is, en ik weet niet wat er in Uw Ziel is. Voorwaar, U bent de Kenner van het onwaarneembare." Soerat Al-Maa-iedah (5), aayah 116.   

Het bewijs dat het verboden is om vromen te aanbidden, is dat Allah zegt: “Zij (de veelgodenaanbidders) zijn degenen die aanroepen, (en zij die aangeroepen worden) zoeken naar een middel tot hun Heer. Wie van hen het dichtst bij (hun Heer) zijn en op Zijn Barmhartigheid hopen en Zijn bestraffing vrezen..." Soerat Al-Israa-e (17), aayah 57

Het bewijs dat het aanbidden van bomen en stenen verboden is, is dat Allah de Verhevene zegt: “Zien jullie (veelgodenaanbidders) dan Al-laat en Al-‘Oezzaa? En Manaat, de andere, de derde? Soerat An-Nadjm (53), ayaat 19-20

En ook de overlevering van Abie Waaqied Al-Laythie (moge Allah tevreden met hem zijn), hij zei: “Wij vertrokken samen met de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) naar H’oenayn – wij waren pas bekeerd uit ongeloof – de polytheïsten hadden een lotusboom waar zij zich naar toe wendden en hun wapens erbij neerlegden, die Daat Anwaath heet. Wij kwamen voorbij de lotusboom en zeiden: “O boodschapper van Allah, maak voor ons een Daat Anwaath zoals zij ook Daat Anwaath hebben. Toen zei de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem): “Glorieus is Allah, dit is hetzelfde wat het volk van Moesa heeft gezegd tegen Moesa, maak voor ons een god zoals zij ook een god hebben. Bij Degene die mijn ziel in Zijn handen heeft, jullie zullen de weg volgen van degenen voor jullie” Soenan At-tiermiedhie.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN