Ervan bewust zijn wie jullie profeet Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) is.
Hij is Mohammed, zoon van ‘Abdoellah Ibn ‘Abdoel-Moettalieb Ibn Haashiem. Haashiem was een lid van de stam van Qoeraysh, en Qoeraysh was een Arabische stam. De Arabieren zijn de afstammelingen van Ismaa’iel, de zoon van Ibrahim Al-Khalil (moge Allah’s genade en zegeningen met hen zijn en met onze profeet). Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) had een leeftijd van 63 jaar bereikt, 40 jaar ervan was voor de periode van zijn profeetschap en 23 jaar heeft hij als profeet en boodschapper geleefd. Hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) was als profeet aangesteld door de openbaring van iqra-e: “lees” (Soerat al-‘Alaq (96)), en werd boodschapper verklaard door hem Al-Moeddatthier (te openbaren). Hij werd geboren te Mekkah en emigreerde naar Al-Madinah. Allah heeft hem gestuurd om tegen shirk te waarschuwen en zodat hij naar de Tawh’ied uitnodigt. Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: “O jij ommantelde. Sta op en waarschuw. En prijs de grootheid van jouw Heer. En reinig jouw kleding. En vermijd de zondigheid. En geef niet om meer te ontvangen. En wees geduldig omwille van jouw Heer.” Soerat Al-Moeddatthier (74), aayaat 1-7. De betekenis van “Sta op en waarschuw” is het waarschuwen tegen shirk en verkondigen en uitnodigen naar de Tawh’ied. “En prijs de grootheid van jouw Heer”: prijst Hem door Tawh’ied toe te passen. “En reinig jouw kleding”: d.w.z vermijd shirk in jouw handelingen. “En vermijdt de zondigheid” (Arabisch: “Wa r-riedjza fahdjoer”): Ar-riedjz zijn de standbeelden, “hdjoerha – laten, vermijden” is het laten en afstand nemen ervan en van degenen die haar aanhangen.
Hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) bleef tien jaar uitnodigen naar de Tawh’ied. Na het 10de jaar maakte hij de reis naar de hemel, waarbij de vijf gebeden op hem verplicht werden gesteld. Hij heeft het gebed drie jaar lang in Mekkah verricht. Daarna werd hij bevolen om te emigreren naar Al-Madinah.
De emigratie is de emigratie uit het land van het polytheïsme naar het land der Islaam. Emigratie is een plicht voor deze Oemmah uit het land van het polytheïsme naar het land der Islaam. Deze zal blijven bestaan totdat het Uur plaatsvindt. Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: “Voorwaar, (tot) degenen waarvan de zielen door de engelen worden meegenomen, en die onrechtvaardig tegenover zichzelf waren, zeggen zij: “In wat voor toestand waren jullie (toen jullie stierven)?” Zij zeggen: “Wij waren de onderdrukten op aarde. ”Zij (de engelen) zeggen: “Was de aarde van Allah niet (zo) uitgestrekt dat jullie daarop hadden kunnen uitwijken?” Zij zijn degenen wiens verblijfplaats de Hel is. En het is de slechtste bestemming!” Behalve de onderdrukten van de mannen en de vrouwen en de kinderen die niet tot macht in staat zijn, en die geen weg kunnen vinden. Zij zijn het van wie Allah hopelijk (de fouten) zal uitwissen. En Allah is Vergevend, Vergevensgezind.” Soerat An-nisaa-e (4), aayah 97-99. En ook zegt Hij, de Verhevene: “O Mijn dienaren die geloven; voorwaar, Mijn aarde is wijd, aanbidt daarom slechts Mij.” Soerat Al-‘Ankaboet (29), aayah 56. Al-Baghawie (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: ”De oorzaak van openbaring van deze aayah aan de moslims toentertijd die in Mekkah waren en nog niet geëmigreerd waren, Allah riep hen aan namens de imaan (geloof)”. Het bewijs uit de Soennah voor de emigratie is dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “De emigratie zal niet ophouden totdat berouw tonen ophoudt, en berouw zal niet ophouden totdat de zon opkomt van het westen.”
Toen hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zich vestigde in Al-Madinah, beval hij de rest van de islamitische wetgevingen, zoals de zakaat, het vasten, Al-H’adj (bedevaart), Al-djihaad (heilige strijd), Al-Aadaan (oproep tot het gebed), het verafschuwen van het slechte en andere islamitische plichten en regels. Dit nam in totaal tien jaar in beslag, hierna overleed hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en zijn religie bestaat tot de dag van vandaag nog steeds.
Deze religie laat geen enkele goede zaak liggen zonder deze Oemmah ernaar te verwijzen en geen slechte zaak zonder er tegen te waarschuwen. Het goede waarnaar het verwijst is de Tawh’ied en al hetgeen waarvan Allah houdt en waarover Hij tevreden is. En het slechte is al hetgeen waar hij tegen gewaarschuwd heeft en al hetgeen wat Allah afkeurt en verafschuwt.
Allah heeft hem gezonden naar de gehele mensheid en heeft de verantwoordelijken uit de djinn en de mensheid verplicht gesteld om hem te gehoorzamen, het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: ”Zeg: “O mensen, voorwaar, ik ben de boodschapper van Allah voor jullie allen.” Soerat Al-A’raaf (7), aayah 158. Met hem heeft Hij de religie vervolmaakt en het bewijs hiervoor is dat Hij de Verhevene zegt: ”Vandaag heb Ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en heb Ik Mijn gunst voor jullie volledig gemaakt en heb ik de Islaam voor jullie als godsdienst gekozen.” Soerat Al-Maa-iedah (5), aayah 3.
Het bewijs dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) overleden is, is dat Hij de Verhevene zegt: “Voorwaar, jij zult sterven en voorwaar, zij zullen sterven. Daarna zullen jullie op de Dag der Opstanding bij jullie Heer met elkaar redetwisten.” Soerat Az-Zoemar (39), aayaat 30-31.Wanneer de mensen overlijden, zullen zij de wederopstanding meemaken. Het bewijs hiervoor is dat Hij de Verhevene zegt: “Uit haar hebben Wij jullie geschapen en daarin zullen Wij jullie terug doen keren en daaruit zullen Wij jullie een andere keer opwekken.” Soerat Tha-Ha (20), aayah 55. En Hij zegt ook: “En Allah heeft jullie als schepselen voortgebracht uit de aarde. Daarna keert Hij jullie in haar terug en brengt Hij jullie eruit tevoorschijn.” Soerat Noeh’ (71), aayaat 17-18.
Na hun leven worden zij berecht en worden zij beloond naar hun daden, het bewijs hiervoor is dat Hij de Verhevene zegt: “Opdat Hij degenen die kwaad verrichtten zal vergelden voor wat zij deden en opdat Hij degenen die goed deden zal belonen met het beste (het Paradijs).” Soerat An-Nadjm (53), aayah 31.
Degene die de wederopstanding ontkent zal ongelovig worden, het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: “Degenen die ongelovig zijn veronderstellen dat zij niet opgewekt zullen worden. Zeg: ”Welzeker, bij mijn Heer! Jullie zullen zeker opgewerkt worden en vervolgens zullen jullie op de hoogte gebracht worden van wat jullie bedreven hebben. En dat is voor Allah gemakkelijk.” Soerat At-Taghaaboen (64), aayah 7.
Allah heeft alle boodschappers gestuurd om naar het succes te verkondigen en als waarschuwers, het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: “(Wij zonden) boodschappers als brengers van verheugende tijdingen en als waarschuwers opdat de mens geen excuus tegenover Allah zou hebben na de boodschappers.” Soerat An-Nisaa-e (4), aayah 165.
De eerste van hen is Noeh’ (vrede zij met hem) en de laatste is Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem). Het bewijs dat Noeh’ (vrede zij met hem) de eerste was, is dat Allah de Verhevene zegt: “Voorwaar, Wij hebben aan jou geopenbaard zoals Wij aan Noeh’ en de profeten na hem openbaarden.” Soerat An-Nisaa-e (4), aayah 163. Allah heeft naar ieder volk een boodschapper gestuurd vanaf het tijdperk van Noeh’ tot aan Mohammed, die hen bevolen om Allah alleen te aanbidden en hen verafschuwde en verboden om de thaaghoet te aanbidden. Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene heeft gezegd: “En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een boodschapper gezonden (die zei): “Aanbidt Allah en houdt afstand van de Thaagoet.” Soerat An-Nah’l (16), aayah 36.
Allah heeft al Zijn dienaren verplicht gesteld om de Thaagoet niet te aanbidden en te vermijden en in Allah te geloven. Ibn Al-Qayyiem (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “At-thaagoet is al hetgeen waarmee de dienaar zijn grenzen overschrijdt door het te aanbidden, te volgen of te gehoorzamen.”
Er zijn te veel Thawaaghiet en er zijn vijf grote: Iblies (moge Allah hem vervloeken), degene die aanbeden wordt en die daarover tevreden is, degene die de mensen oproept om hem te aanbidden, degene die beweert iets te kennen van het onwaarneembare en degene die regeert met iets anders dan wat Allah geopenbaard heeft.
Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: “Er is geen dwang in de godsdienst. Waarlijk, de rechte leiding is duidelijk onderscheiden van de dwaling, en hij die de Thaaghoet verwerpt en in Allah gelooft: hij heeft zeker het stevigste houvast gegrepen.” Soerat Al-Baqarah (2), aayah 256.
Dit is de betekenis van “laa ielaaha iella llaah”. In een overlevering staat het volgende: “De kern is de Islaam en de ruggengraat ervan is het gebed en de hoogste rang daarvan is de Djihaad op de weg van Allah.” Overgeleverd door Abdoellah ibn Mo’aad, in de verzameling van Ahmad en an-Nasaa-ie. En Allah weet het beste.